Het Bobtail vacht en de verzorging
De Old English Sheepdog wordt gekenmerkt door zijn prachtige vacht. Hierdoor is de vachtverzorging een essentieel onderdeel in het onderhoud van je hond dat absoluut niet onderschat mag worden.
Over het algemeen krijg je als nieuwe eigenaar de pup met 8 weken mee van de fokker. Het vacht is zwart-wit getekend en voelt zacht en donzig aan. Dit wordt het zogenaamde puppievacht genoemd. Na een aantal maanden komen er wat grijze haren te voorschijn. Dit is het eerstejaarsvacht of te wel het jeugdvacht. Naarmate de pup ouder wordt, zal er meer grijs haar te voorschijn komen totdat het gehele puppievacht “vervangen” is door het jeugdvacht.

Een jonge Bobtail met de lichtgrijze kleur
Bij de meesten honden zal het puppievacht tussen de vier en de zes maanden plaats beginnen te maken voor het jeugdvacht. Rond het eerste jaar is dit vacht compleet aanwezig. Maar dit is slechts een richtlijn. Het jeugdvacht wordt gekenmerkt door een lichtgrijze kleur. Wanneer de hond ongeveer 2 jaar is, wordt de hond weer wat donkerder. Dit is een teken dat het volwassen vacht langzaam door begint te komen. Rond zijn 3e levensjaar heeft de OES zijn volledige volwassen vacht en behoudt deze ook de rest van zijn leven.
De onderwol
Naarmate je pup ouder wordt en het eerstejaars of jeugdvacht doorkomt, betekent dit ook dat er meer onderhoud nodig is. Het vacht van de OES bestaat uit dekharen en onderwol. De dekharen geven structuur aan het vacht en vormen de buitenste beschermlaag. Het onderwol bestaat uit fijne zachte haartjes en heeft naar een beschermende ook een temperatuursregelende functie. De vacht van een volwassen OES bestaat grotendeels uit onderwol. Een OES kent geen seizoensrui meer, maar heeft tussentijdse vachtwisselingen. In deze periodes is de verzorging (lees: goed borstelen) helemaal van groot belang. Als de vacht niet goed verzorgd wordt, zullen al snel huidproblemen ontstaan die de gezondheid van de hond kunnen ondermijnen.
Borstelen
De verzorging en het gemak van het borstelen start al als de pup nog heel jong is. De problemen die ondervonden worden bij de volwassen hond, kunnen beperkt worden als ze nog heel jong zijn. Vaak redeneert de baas dat zijn hond het niet leuk vindt om geborsteld te worden. De hond vindt het niet fijn als je aan zijn poten komt of zijn oren ontklit. Nog minder fijn vind je hond het om met een vervilt vacht rond te lopen, wat ernstige huidproblemen kan veroorzaken. Daarom is het heel belangrijk om vanaf het begin de jonge pup te laten wennen aan het gevoel van borstelen.
Het onderhoud van de vacht dient gericht te zijn op het voorkomen van klitten. Dit houdt in dat de hond regelmatig geborsteld moet worden. Hoe vaak je moet borstelen is afhankelijk van het weer, leeftijd, periode van vachtwisseling waarin je hond verkeert en het soort vacht dat je hond heeft. Een volwassen hond moet eens per week geborsteld worden. En een jonge hond die midden in een vachtwisseling zit, moet zeker twee keer in de week volledig geborsteld worden. Het is zaak om goed te kijken of je hond viltvrij blijft en aan de hand daarvan de frequentie van borstelen op aan te passen.
De duur van de borstelbeurt is ook weer afhankelijk van het type vacht en de leeftijd van de hond. Een algemene richtlijn is moeilijk te geven. Tegen zes uur borstelen per dag is geen enkele vacht bestand. Al het onderhaar zou er worden uitgeborsteld en de vacht zal kort blijven omdat de haren afbreken. Borstel nooit je hond iedere dag een stukje. In de eerste plaats zul je waarschijnlijk (meestal de moeilijkste) stukken vergeten en bovendien ziet uw hond er nooit echt mooi uit. Het borstelen van je hond is een gedisciplineerde regelmaat in het leven van de verzorger. Goed en regelmatig borstelen, maakt het voor de hond plezieriger omdat hij minder klitten zal vormen en er dus minder “geharkt” hoeft te worden.
Hoe begin ik?
We gaan er vanuit dat je inmiddels in het bezit bent van het juiste gereedschap. De hond leg je op zijn zij op de trimtafel. Vervolgens trek je een soort scheiding over de rug, van staartaanzet tot neuspunt. Met de borstel ga je laag voor laag het vacht door. Let op dat je dit goed doet vanaf de haaraanzet. De binnenzijde van het been doe je als laatste, waarna je de hond omdraait en op zijn andere zij draait. Met name het haar in de liezen en in de oksels van de voorbenen kan heel snel gaan klitten. Kom je tijdens het borstelen wat klitten tegen, dan moet je deze voorzichtig los maken. Het is niet de bedoeling dat je deze er ruw uithaalt met de kam, want zo beschadig je niet alleen het vacht maar doe je ook je hond veel pijn (met het gevolg dat hij borstelen niet leuk meer vindt).