Pas op voor teken!
De winter zit er op en de lente is begonnen, menig baas en hond wordt hier vrolijk van. Het is toch heerlijk ontspannend om samen met je Bobtail heerlijk door het bos te wandelen. Je wolbaal dartelt vrolijk rond en steekt zijn neus weer in het hoge gras en de struiken. Maar in dit struikgewas zitten ze geduldig te wachten tot ze zich kunnen laten vallen op een onschuldige voorbijganger: teken.
Teken zijn parasieten, kleine spinachtige insecten. Ze leven van bloed dat ze opzuigen bij mensen en dieren. Teken bijten zich vast in de huid en laten zich na een bloedmaaltijd, die enige uren tot dagen duurt, weer vallen. Ze variëren in grootte van een halve tot enkele millimeters. Ze worden zelden groter dan een centimeter. In Nederland komt de “harde teek” Ixodes Ricinus voor. De levenscyclus van een teek begint als een larve en – via diverse tussenstadia – eindigt na 2-3 jaar als een volwassen teek.
Risicogebieden voor teken
Teken lijken de laatste jaren een steeds groter probleem te worden. Ze zijn het actiefst in de periode maart tot oktober, met name bij vochtig weer. Vooral in de maanden mei en juni is het oppassen. De schapenteek Ixodes Ricinus houdt zich bij voorkeur op in een gemengd loofbos met een ondergroei van blauwe bosbes en/of varens. De teek wordt ook vaak aangetroffen in dennenbossen met een dichte, hoogopgaande laag van grassen. In deze bostypen worden veel kleine knaagdieren aangetroffen, met name de bosmuis en de rosse woelmuis, maar ook een aantal soorten spitsmuizen. Deze dieren vormen de voornaamste voedselbron voor de larven van Ixodes Ricinus. Omdat de teken zich niet ver kunnen verplaatsen, zijn ze afhankelijk van een hoge dichtheid van deze knaagdieren, zodat ze gemakkelijk in de buurt van hun voedsel kunnen komen.
Preventieve maatregelen
Vooral in de zomermaanden wemelt het in de duinen van de teken. Het goed om hiermee rekening te houden en een andere route te kiezen als je merkt dat je hond na een wandeling vol met teken zit. Ook kun je de hond aan de riem houden zodat hij niet door de struiken rent. Hier immers zitten de teken hun slachtoffer op te wachten. Controlleer je hond na ELKE wandeling goed op teken. Vanwege het dichte vacht lopen ze vaak nog op de rug. Op de snuit, oksels, poten, oren en bij de ogen zijn plekken waar ze zich geregeld nestelen. Een teek heeft de eerste 24 uur nog geen volledig contact met zijn gastheer dus vroegtijdig verwijderen is erg belangrijk!
Ziekte van Lyme
Niet alleen neemt hun aantal jaarlijks toe, ook wordt er steeds meer gewaarschuwd voor ziekten die door teken overgebracht kunnen worden. Inmiddels is de Ziekte van Lyme overbekend. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie Borrelia Burgdorfi en die via het speeksel van de teek op mens en dier wordt overgedragen. Teken raken besmet met de Borrelia parasiet tijdens het bloedzuigen op een geschikte gastheer, die zelf geïnfecteerd is. Meestal raken de larven besmet als ze zich voeden op een muis of vogel. Eenmaal geïnfecteerd met Borrelia parasieten, blijven teken gedurende de rest van hun leven geïnfecteerd. Parasieten kunnen worden doorgeven aan een andere gastheer tijdens de beet van een nimf of volwassen teek.
Symptomen
Gemiddeld 14% van de teken is besmet met Lyme. Natuurlijk is niet iedere teek besmet, maar het grootste risico wordt opgelopen in duinen. De teken daar zijn in vergelijking met soortgenoten in bijvoorbeeld de bossen of op de hei het vaakst besmet met de Borrelia-bacterie. Ook dieren kunnen Ziekte van Lyme oplopen door besmetting met de Borrelia-bacterie, wel minder vaak dan bij mensen. De meeste honden die gebeten worden met een geïnfecteerde teek zullen echter nooit de ziekte van Lyme krijgen. Bij dieren verloopt de infectie met de bacterie Borrelia Burgdorfi meestal symptoomloos. Zijn er toch klachten dan kunnen die bestaan uit:
- Koorts
- Sloomheid
- Een rode uitbreidende plek rond de teek. Hierna kan de hond maanden tot jaren (of zelfs levenslang) symptoomloos zijn.
- Jaren na de infectie kunnen soms nog symptomen optreden, zoals gewrichtsklachten (stijf en pijnlijk), ontstekingen van de lymfevaten en koorts. Soms worden ook hartspierontstekingen en nierinfecties waargenomen.
- Ook kunnen symptomen aan het centrale zenuwstelsel optreden. Deze uiten zich in gedragsveranderingen zoals agressiviteit, epileptische aanvallen en andere neurologische verschijnselen.
De Ziekte van Lyme bij honden kan behandeld worden met antibiotica.
Verwijderen
Teken hebben voorkeursplaatsen voor nek, oren, kop en poten, maar kunnen ook elders op het lichaam voorkomen. Verwijderen met de vingers of met een normale pincet is niet aan de raden. Vaak blijft de kop van de teek in de huid. Dit kan tot wat reactie leiden. Hoe sneller verwijderd, hoe kleiner de kans op besmetting. In de eerste 24 uur is de kans op overdracht van ziekteverwekkers nog relatief klein.
- Het beste kun je de teek verwijderen met een speciaal daarvoor bedoelde tekentang.
- Verdoof de teek nooit met alcohol, juist dan braken zij hun maaginhoud in de huid van uw hond.
- Pak de teek met de pincet zo dicht mogelijk op de huid, zo voorkom je dat de kop blijft zitten.
- Draai met de pincet totdat de teek loskomt (linksom of rechtsom maakt niet uit)
- Controleer voordat je de teek weggooit (bijv in de gootsteen) of je de kop ook hebt verwijderd.
- Desinfecteer het bijtwondje na verwijdering van de teek met alcohol 70% of met jodium.
Teken uit de tropen nu ook in Nederland!
Wereldwijd zijn er ongeveer 870 verschillende tekensoorten bekend, die worden onderverdeeld in 2 families; de harde teken (Ixodidae) en de zachte teken (Argasidae). Verreweg de meeste tekensoorten behoren tot de groep van harde teken (ruim 650 soorten). In Nederland komen ongeveer 14 soorten teken voor. In Nederland zijn vooral drie “harde” tekensoorten van belang, omdat ze besmet kunnen zijn met verschillende bacteriën, virussen en parasieten die op mens en dier kunnen worden overgebracht. Naast de al eerder genoemde Ixodes ricinus teek komt tegenwoordig ook de Rhipicephalus sanguineus en de Dermacentor reticulatus teek voor in ons land.
Rhipicephalus sanguineus
Deze tekensoort komt in tropische- en subtropische gebieden veel voor, maar oorspronkelijk niet in Nederland. Inmiddels is de teek met de hond over alle werelddelen verspreid. De teek wordt met name door honden van vakantiegangers in het Middellandse Zeegebied mee terug naar Nederland gebracht. Omdat deze teek in verwarmde gebouwen kan overleven wordt hij inmiddels regelmatig aangetroffen in ons land. Binnenshuis voltooit de teek de cyclus in 3 maanden. In tegenstelling tot de Ixodes ricinus, die allerlei gastheren kent, komt deze teek vrijwel uitsluitend bij honden voor en bij uitzondering ook bij mensen. De Rhipicephalus teek kan verschillende ziekteverwekkers bij honden en mensen overbrengen, zoals de verwekkers van de ziekten Babesiose en Ehrlichia bij de hond.
Ehrlichiose is een bacterieachtig organisme. Na infectie vermeerderd de Ehrlichia en tast de witte bloedlichaampjes aan. De toename van witte bloedlichaampjes neemt af waardoor de hond gevoeliger wordt voor infekties. Ehrlichiose noemt men ook wel de sluipmoordenaar. De eerste symptomen volgen 5 tot 20 dagen na de besmetting: koorts, rillingen, gebrek aan eetlust, neerslachtigheid en bloedarmoede. De ziekte kan veel overeenkomsten vertonen met Babesiose en Leishmaniose en ook in combinatie met deze ziekten gezien worden. De meeste honden herstellen goed wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt herkend en voortvarend wordt behandeld. Chronische gevallen zijn heel moeilijk te genezen.
Dermacentor reticulatus
De Dermacentor reticulatus komt vooral voor in de tropen, subtropen en rond het Middellandse Zeegebied. De Dermacentor teek is berucht als drager van de parasiet Babesia Canis, die bij honden de levensbedreigende ziekte Babesiosis kan veroorzaken. Tot voor kort werd deze ziekte alleen in Nederland gezien bij honden die mee op vakantie waren geweest in gebieden waar de Dermacentor teek voorkwam. Sinds 2004 komt deze teek ook in Nederland voor!
Na een tekenbeet bedraagt de incubatieperiode één tot drie weken, hoogstens zes weken. Na een bloedtransfusie kan dit zelfs 9 weken zijn. Babesia leeft in rode bloedcellen en vernietigt ze. Dit leidt tot:
- Sloomheid
- Hoge koorts
- Hoge hartslag
- Bleke slijmvliezen door bloedarmoede
- Rood-bruine urine door de bloedafbraak
Bij niet-tijdige behandeling is het sterftepercentage hoog.
De afbraak van de bloedcellen kan bloedarmoede veroorzaken. Een hond kan besmet raken door een tekenbeet, als deze teek zich eerder heeft volgezogen met bloed van een besmet dier. Het duurt 24 tot 48 uur voordat de Babesia’s besmettelijk worden.
De teek heeft een voorkeur voor braakliggende gebieden rondom steden. Rond steden worden veel honden uitgelaten en leven veel knaagdieren. Hierdoor zijn er genoeg gastheren beschikbaar. Door klimaatveranderingen, verstedelijking, het bouwen van buitenwijken en vakantiewoningen worden de leefomstandigheden van de Dermacentor teek in Nederland steeds beter.
Bronnen: www.dierendokters.com, www.natuurkalender.nl, www.dierenklinieklemmer.nl, www.dapbreukelen.nl en Wikipedia.