Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie Melding niet meer tonen
Alles over de Bobtail of Old English Sheepdog
PRA en Cataract: oogziektes bij OES
Deel deze pagina

PRA en Cataract: oogziektes bij OES

Een fokker van OES moet zijn fokdieren elk jaar laten controlleren op PRA en Cataract, erfelijke oogziektes die voor kunnen komen bij de Old English Sheepdog. Nadat het fokdier de zesjarige leeftijd heeft gepasseerd is deze “definitief vrij van erfelijke oogaandoeningen. Dit wordt ook wel “eyes-clear” genoemd en zie je vaak staan op de website’s van fokkers. In dit artikel gaan we in op deze twee oogziektes: Cataract en PRA.

Cataract

Cataract (of grijze staar) is iedere vorm van vertroebeling of verlies van doorzichtigheid van de ooglens. De vertroebeling kan zich isoleren tot een klein gebied van de lens, maar kan ook betrekking hebben op de gehele structuur. Als cataract beide ogen heeft aangetast, zal dit resulteren in blindheid, terwijl kleine niet-progressieve cataract het zicht niet zal beinvloeden. Bij de hond is verreweg de meest voorkomende oorzaak van cataract een recessief of zeldzamer een incompleet dominant overervend, defect. Het komt ook voor dat het cataract het gevolg is van een andere ziekte (secundair cataract). Het bekendste voorbeeld is suikerziekte. Vandaar dat bij een hond met cataract altijd wordt gevraagd of deze veel drinkt en dat bij twijfel vaak de bloedsuiker gehalte wordt bepaald. Echter de meeste vormen van cataract zijn erfelijk.

Hoe wordt cataract doorgegeven?

Cataract kan al vastgesteld worden wanneer de hond 8 weken is, vandaar dat alle pups hierop gecontroleerd worden voordat ze naar de nieuwe eigenaar gaan. Honden met verschijnselen van erfelijke cataract dienen te worden uitgesloten van de fokkerij. Ook de ouder dieren kunnen beter niet meer voor de fok worden gebruikt. Indien het aantal voor de fokkerij beschikbare dieren dit toelaat kunnen de broertjes en zusjes ook beter niet voor de fok worden ingezet. Dit daar er een sterk verhoogde kans is dat ook zij drager zullen zijn.

In andere is de mate van erfelijkheid autosomaal recessief, autosomaal dominant, of met onvolledige dominantie. In het algemeen is de leeftijd waarop het optreed, dat oogheelkundige afwijkingen worden gezien, de mate van ontwikkeling en de mate van symmetrie specifiek voor ieder ras. Van Cataract is niet bekend hoe het vererft.

Aangeboren cataractEr wordt gesproken over aangeboren cataract als de afwijking aanwezig is als de ogen openen, of voor de leeftijd van 8 weken.
Jeugdige of ontwikkelings-cataractDeze vorm van cataract komt voor bij jonge dieren tot ongeveer 4 jaar.
Later ontstane cataractDeze ontstaat bij volwassen dieren

PRA (Progressive Retinal Atrophy)

De cellen van het netvlies ontvangen licht-stimulaties van de buitenwereld en zenden deze informatie naar de hersenen waar het wordt geinterpreteerd en een beeld vormt. Bij PRA verslechteren de nestvlies-cellen en met als gevolg blindheid. De naam Progressive Retinal Atrophy bevat verschillende types van erfelijke verslechtering (afbraak) van het netvlies.

Onderverdelingen van PRA zijn gebaseerd op de leeftijd waarop de aandoening zichtbaar wordt en het type netvlies-cel dat aangedaan is. Beide ogen zijn evenredig aangedaan en eventueel wordt de hond geheel blind. Als eigenaar bemerk je eerst nachtblindheid en verslechtert deze situatie zich (vaak binnen een jaar) totdat totale blindheid is opgetreden. Het zicht langs de randen wordt eerst verloren (tunnelzicht).

Hoe wordt PRA vastgesteld?

Er is geen duidelijk herkenbare verandering in het oog. U kunt waarnemen dat uw hond problemen heeft om rond te lopen als het licht uit is, of in het donker buiten. Als u uw hond verdenkt van slechter zicht, zal uw dierenarts met een opthalmoscoop kijken naar afwijkingen.

Hoe wordt PRA behandeld?

Er is geen behandeling voor PRA. De mate van zichtverlies verschilt per hond, maar de meeste aangedane honden zullen uiteindelijk compleet blind worden. Met hun goede reuk en gehoor kunnen honden dit verlies goed compenseren, speciaal in de eigen/bekende omgeving. Soms zelfs zo goed, dat eigenaren (in het begin) onwetend kunnen zijn over het verlies van het gezichtsvermogen van hun hond. Indien je hond slecht ziet of zelfs blind is (geworden) kun je jouw hond helpen door vaste looproutes te kiezen, dezelfde omgeving te behouden, noodzakelijke wijzigingen geleidelijk door te voeren en geduldig te zijn.

PRA/Cataract en het fokken van OES

Honden die men gebruikt om ermee te fokken, moeten jaarlijks worden onderzocht. Door te fokken met ouderdieren die vrij zijn van (erfelijke) oogaandoeningen kan het aantal gevallen van PRA en Cataract worden teruggedrongen. Helemaal uitbannen is zeer moeilijk, omdat uit vrije ouders nakomelingen kunnen voortkomen die niet vrij zijn en omdat er ook een niet erfelijke oorzaak voor de oogafwijking kan zijn. Om een duidelijk(er) beeld te krijgen van de precieze wijze van vererving is het daarom aan te raden zoveel mogelijk nakomelingen op de aanwezigheid van oogaandoeningen te controleren.

Vanaf welke leeftijd moet een hond worden onderzocht?

Het is raadzaam de hond vanaf de leeftijd van 18 maanden te laten onderzoeken. Elke hond waarmee is gefokt dient na het vierde jaar en voordat dat de leeftijd van 5 jaar is bereikt op oogafwijkingen worden onderzocht.

Waarom moet er jaarlijks worden onderzocht?

Een aantal afwijkingen (bijvoorbeeld lensluxatie, cataract, PRA) ontstaat pas na enkele jaren. Een éénmalige test is dan niet voldoende, de afwijking kan zich immers later alsnog openbaren.

Tot welke leeftijd moet een hond worden onderzocht?

Honden waarmee wordt gefokt, moeten in ieder geval worden onderzocht. De uitslag van het onderzoek is een jaar geldig. Vaak geven oogartsen na het 6e jaar een hond definitief vrij voor PRA als er in voorafgaande onderzoeken geen afwijkingingen zijn geconstateerd.

Hoe verloopt het onderzoek?

Het oogonderzoek is ongevaarlijk en beslist niet pijnlijk voor de hond. Sedatie (een roesje) is niet nodig. Er worden oogdruppels toegediend waardoor de pupillen open gaan staan. De druppels werken na ongeveer 20 minuten, de pupillen blijven daarna circa 4 uur wijd. De hond wordt in een verduisterde ruimte bekeken. De uitslag is direct bekend en wordt op het rapport oogonderzoek (het E.C.V.O. certificaat) vermeld.

Wat betekent de uitslag?

De uitslag kent verschillende aanduidingen:

VrijDe hond vertoont geen verschijnselen van de aangegeven, als erfelijk beschouwde oogziekte. Dit betekent niet dat de hond de afwijking niet kan doorgeven aan de nakomelingen. De hond kan immers drager zijn van de erfelijke ziekte. Ook is het niet uit te sluiten dat de hond de afwijking later zelf alsnog krijgt.
Niet vrijDe hond vertoont de klinische symptomen van de erfelijke oogziekte.
Voorlopig niet vrijEr worden geringe afwijkingen gezien die passen in het klinisch beeld van de als erfelijk beschouwde oogziekte. Voortschrijden (progressie) van het proces moet dit bevestigen. Meestal wordt na een half jaar de hond opnieuw beoordeeld.

 

Bronnen: Fokbeleid OESCN, Hondenpage.com, Raad van Beheer
Coverbeeld: SJ Hall.